Als een kip zonder kop
16196
post-template-default,single,single-post,postid-16196,single-format-standard,bridge-core-3.3.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,transparent_content,qode-theme-ver-30.8.1,qode-theme-bridge,disabled_footer_bottom,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.9,vc_responsive

Als een kip zonder kop

Als een kip zonder kop

Als een kip zonder kop rende ik door de supermarkt. Mijn pasjes! Mijn pasjes! Gelukkig had ik nog genoeg zelfbeheersing om het alleen van binnen heel hard te roepen.
Ergens vlak bij de kassa ontdekte ik dat ik mijn kleine mapje met mijn hele leven er in, kwijt was. Een snelle scan door mijn volle kar leverde niets op. Niet bij het yoghurtvak, niet bij de kaas, daar bij het brood had ik ‘m nog dat weet ik zeker, bij het water dan? Nergens lag het. Terwijl ik vertwijfeld terugliep naar mijn kar, vroeg ik me af wanneer ik alles moest gaan blokkeren. Nu meteen? Even wachten of hij gevonden werd? Straks in de auto? Ik ging in de rij staan en keek nog een keer in de kar. Verstopt onder heel veel gezonds lag hij. Er was slechts 1 meisje die mijn blinde paniek én opluchting opmerkte. Ik was iets heel belangrijks kwijt, fluisterde ik haar toe. Ze draaide zich snel van me weg.

Ik stond niet vooraan in de rij toen de telefoon ook ineens kon gaan betalen, maar het gemak bleek sterker dan de weerzin. De bonuskaart zit er nog niet in. Die staat ook niet op naam en adres. Het gaat ze niets aan wat ik koop. Maar ja, bij de favo super kan het alleen met app. Ik weigerde lang, maar het scheelde toch wel veel korting. Sinds de telefoon dus bijna alles kan, is er geen handtasje meer nodig. Alleen dat ene mapje met alle passen. Rijbewijs, kenteken, bankpassen, credit card, bonus, airmiles, karrenmuntjes. En de telefoon dus. Maar het is kwetsbaar om dat in je handen te houden. In de winter kan het in je jaszak, maar bij 45 graden (oké, het was 18 vanochtend) is een jas overkill.

Ondertussen lees ik boeken over de digitale afhankelijkheid. Het knaagt steeds vaker. Al die tijd op schermen doorgebracht. Op platforms de levens van anderen lezen en bekijken. Het knagen werd sterker toen ik naar een aflevering van Nooit meer slapen luisterde met Willem Schinkel. Hij schreef een boek waarom hij (nog) geen mobiele telefoon heeft. Ik kan het je aanbevelen om het terug te luisteren. Bizar en fascinerend hoe afhankelijk we zijn geworden in zo’n korte tijd. Hoe overheden alles in handen hebben gegeven van commerciële partijen.
Maar het is ook denkvoer over hoe ik er mee om ga. Inmiddels alle social media weer van tablet en telefoon gegooid. Naast de automagische uitschakeling van de telefoon tussen 21 uur en 7 uur, staat er nu ook een focus ingesteld tussen 10 en 15 uur. Alle geluiden stonden al uit.
En ja, het heeft ook echt heel veel voordelen. Het is fijn om contact te blijven houden met mensen verder weg, er is veel inspiratie te vinden, podcasts luisteren voelt als een enorme verrijking. Het is een platform waar ik mijn werk kwijt kan, zoals dit geschrijf. Maar het mag echt een tandje minder. Net als wat mijn telefoon allemaal doet, naast incidenteel bellen. Ook dat mag minder. Niet helemaal offline, maar heel gedoseerd online.

Moraal van het verhaal … ik neem voortaan weer een handtasje mee.