Zondagse alledaagsheid
Ik zit in de tuin. Het is nog vroeg.
Lees een boek, kijk hoe de zon lichtvlekjes maakt door de schutting. Hoe de paardebloemen er ineens weer zijn.
Buurpoes, die eigenlijk kat is, komt even hallo zeggen. Wast zich al smekkend, komt een aai halen en wast zich weer.
Om mijn hoofd zoemen insecten.
Ik mijmer, bedenk dat ik echt moet stofzuigen, hoor dat de was zo opgehangen moet.
Als de zon achter de wolken is, strijkt een heerlijke koelte over me heen.
De eerste kerkklokken luiden.
Alsof ze achter de deuren stonden te wachten op dit signaal, komen er tekenen van menselijk leven. Bij het tweede luiden is iedereen wakker. Tuinen vullen zich, honden blaffen, kinderen spelen, auto’s rijden voorbij, de buurvrouw rookt een sigaretje.
Er zijn weinig kerkgangers hier, maar ze volgen allemaal hetzelfde ritme.